Interview met Philippe Minguet door Miet Vanderhallen
Onlangs werd ik gevraagd om gastblogger te zijn voor het Icelandichorse platform. Erg leuk, maar als blogger moet je natuurlijk wel steeds een boeiend verhaal hebben. Dus ben ik met het voorstel gekomen om een reeks van interviews te doen met mensen binnen en buiten de Ijslanderwereld die iets interessants te vertellen hebben.
De eerste in die reeks is Philippe Minguet van Equi-training (www.equitraining.be). We kennen elkaar nu enkele jaren en hebben al een paar cursussen georganiseerd met IJslandse paarden en ruiters. Uiteraard heeft Philippe dan ook voor het eerst op een Ijslander gereden en de tölt leren kennen.
Philippe heeft vijf jaar geleden equi-training opgericht. Het idee van equi-training komt voort uit de combinatie van lessen bij grand-prix ruiters en de opleiding kinesitherapeut die hij volgde. De instructies die hij tijdens de lessen kreeg, waren niet in lijn met wat hij –zo bleek tijdens zijn studie- biomechanisch kon omzetten, en al zeker niet op een bewegend paard. Daarmee is de bal aan het rollen gegaan: ook de biomechanica van de ruiter, het lichaamsgebruik en de eigen beweeglijkheid zijn heel belangrijk. Vervolgens is hij beide aspecten gaan samenbrengen en daaruit is equi-training ontstaan. Alles draait rond de ruiter, rond de gouden driehoek: ruitertechniek, ruiterfitheid en revalidatie. De ruitertechniek draait om lichaamsgebruik, de houding en zit van de ruiter waarmee hulpen worden gegeven aan het paard. Met zit wordt dan de inwerking bedoeld. Ruiterfitheid is het trainen van de fysieke prestatie en vermogen van de ruiter: lenigheid, balans, coördinatie, conditie, mobiliteit en reactiesnelheid. Het derde luik, ruiter revalidatie bestaat uit kinesitherapie en osteopathie. Deze drie luiken zijn bedoeld om te revalideren, de prestatie te verbeteren maar ook te werken aan welzijn van ruiter en paard door van de ruiter een zo eerlijk en fijn mogelijke ruiter te maken.
Vooral van belang is dat de ruiter niet alleen sterker wordt maar juist ook fijner wordt, wat zich vertaald in een fijnere reactiesnelheid, motoriek en controle. Want alleen kracht is waar we vanaf willen. Kracht hoort bij het paardrijden alleen maar thuis om de stallen uit te mesten, volgens Philippe. In revalidatie trainen we natuurlijk wel bepaalde spieren om deze terug sterker te maken. Bij een ruiterfitheid programma is het dus van belang dat je er eentje kiest waar je niet alleen core stability traint. In alle finesse sporten is het idee van pure krachttraining al lang achterhaald; het moet vooral functioneel zijn. Als je iets wilt doen om een goede ruiter te zijn, is pilates het meest complete. Dat is het meest passend omdat het gaat om stabiliteit en functionele kracht generen in de lengte. En paardrijden draait nu net om stabiliteit én lengte.
Om het paard zo weinig mogelijk te storen en zo efficiënt mogelijk te trainen, moet je als ruiter dus ook aan jezelf werken. Efficiënt trainen betekent immers dat alles links- en rechtsom gebeurt en daarom is symmetrie, ook bij de ruiter, onlosmakelijk verbonden met de paardensport. Dat is niet alleen belangrijk voor de sportruiter maar ook voor de recreatieruiter. Naar eigen zeggen was Philippe vroeger een andere ruiter geweest als hij het allemaal maar had geweten: ik ben het maar beginnen zien toen ik in mijn opleiding als kinesitherapeut kwam. Ik zag dat dan in andere sporten en stelde me de vraag: “waarom doen wij dat eigenlijk niet?” Het is dus heel goed dat die ruiterfitheid programma’s als paddenstoelen uit de grond schieten, want dat is een teken dat we er klaar voor zijn. Nu moet alleen nog het kaf van het koren gescheiden worden. Ik ben dus eigenlijk heel blij, zegt Philippe.
Eén van de punten waar bij equi-training nu sterk op ingezet wordt, is de screening van de ruiter: waar zitten de sterke punten en waar de werkpunten? Iedereen is wel altijd ergens goed in. Ofwel zijn ruiters heel stabiel en hebben een sterke core, ofwel zijn ze heel lening. Iets wat toch typisch bij ruiters is en waar vaak aan gewerkt moet worden, zijn de heupen. Dat komt ook omdat we een sedentaire levensstijl hebben. Je zit ook op een paard, maar je moet er nog rond en ons lichaam is daar niet voor gemaakt. De lenigheid en stabiliteit in het heupgewricht is dus vaak waaraan gewerkt moet worden. Als je onvoldoende stabiel of lenig bent, ga je als ruiter namelijk compenseren. Want in de juiste houding zitten is één ding, maar dat dan houden wanneer je in beweging bent, is nog iets anders. Die compensaties uiten zich bij iedereen anders: sommigen gaan meer in de rug hangen, anderen zitten scheef, hebben een knikkend hoofd of kunnen niet doorzitten. De meer mobiele ruiters gaan eerder in hun rug doorhangen, terwijl de stijvere ruiters moeilijker de beweging kunnen uitzitten. Om dat te weten en hoe je compenseert is zo’n screening heel interessant.
Bij de ruiters van Ijslandse paarden is vooral ook de heup en de spanning in de heup vaak het probleem. Niet alleen bij het rijden van de gangen in draf en tölt maar ook bij de overgangen. De losheid in de heupen is in deze gangen anders omdat het heupgebruik anders is en die schakeling is dan een moeilijkheid. Om lengte en losheid te krijgen in de gangen is de heupmobiliteit nodig. Het goed kunnen switchen tussen aanspanning en ontspanning is dan de uitdaging. Ijslandse paarden mogen in tölt ook niet te opwaarts worden, omdat je dan ziet dat de ruiters ook wat in stoelzit komen; ze duwen zich dan op en dan wordt een losgelaten tölt lastiger. Ook bij een hogere snelheid in tölt zie je soms dat de ruiters verkrampen en spanning maken, waardoor de tölt ook strak en hectisch wordt. Dan kunnen loslaten helpt de Ijslandse paarden ook om los te laten, aldus Philippe.
Wil je als ruiter aan jezelf werken, kan je pilates gaan volgen maar ook een goede warming-up maakt al verschil. Equi-training heeft een programma van 15 minuten ontwikkeld waarbij je oefeningen doet voor je gaat rijden. Het is namelijk niet alleen paardensport maar ook ruiter‘sport’ en dus moet de ruiter zelf ook opwarmen. In dit programma worden de belangrijkste heupopeners, in de lengte, en stabilisators opgewarmd zodat je op je paard stapt met bewustzijn van je eigen lichaam en met voldoende lengte. Het is dus eigenlijk gewoon een deel van je training. Het paard wordt opgewarmd, de ruiter dus ook. Door aan jezelf te werken, gaat je paard ook beter worden en loop je zelf minder snel tegen blessures aan. Met pijn ga je bovendien compenseren voor je klachten, word je scheef, daardoor wordt jouw paard schever en zo kom je in een vicieuze cirkel terecht.
De paarden van nu laten het ook niet meer toe: we rijden nu Ferrari ‘s in plaats van vrachtwagens zoals vroeger. Toen moesten we misschien als ruiter het paard verbeteren. Nu zijn de paarden soms zo talentvol dat we als ruiter ons best moeten doen om het talent er niet uit te rijden.