Bederf in ruwvoer kan schade geven aan de gezondheid van het paard. Dat wil je natuurlijk voorkomen. Toch is het niet altijd makkelijk bederf te herkennen, zeker niet in de beginfase. Wat is bederf in ruwvoer eigenlijk? En hoe ontstaat het? Wat zijn de gevolgen? En hoe kan je het herkennen? Zeker in de zomermaanden ook een belangrijk onderwerp. Naast weidegang krijgen veel paarden ruwvoer bijgevoerd. In de wat warmere maanden kan het kuilvoer eerder bederven na openen dan in de winter als het wat kouder is. Het hooi is aan het einde van de winter mogelijk vrij stoffig geworden.
Weet waar je op moet letten bij het ruwvoer om je paard gezond te houden.
Ruwvoer
Voedermiddelen met een hoog ruwe celstofgehalte (vezel) en lange vezels, structuur, noemen we ruwvoer. Een hoog ruwe celstofgehalte alleen is niet voldoende om de kwalificatie ruwvoer te krijgen. Want juist de structuur dwingt paarden tot kauwen. En dat is wat we willen met het voeren van ruwvoer. Goed kauwen verkleint het voer en geeft veel speeksel. Beiden zijn noodzakelijk voor een goede vertering en een gezonde maag. Voor paarden zijn gras, hooi, kuilvoer, luzerne, graszaadhooi, stro en soms snijmais, de belangrijkste ruwvoersoorten.
