Blog

Een reis naar het land van Assa de Litla-Landi

We kregen bericht van Anneke Dekkers uit Nederland. Anneke is sinds vorig jaar de nieuwe eigenaresse van Assa, een dochter van onze Alfadis, een halfzus van mijn Veveriţa. Het leek haar zo leuk om eens te komen kijken naar het land waar haar paard vandaan komt. Ze wilde ook een vriendin meebrengen en of dat dan allemaal kon. Wij zeiden dat dat allemaal kon, dat het ons ook heel leuk leek en dat we graag op de hoogte bleven van de ontwikkelingen.

Want er zijn er meer die zeggen te komen. Maar ze komen niet. De laatste twee jaren waren al heel stil vanwege corona en nu zijn er weer (echt onnodige) afzeggingen in verband met de oorlog in Oekraïne. Met andere woorden: we maakten ons er nog niet al te druk om. Ik had bovendien genoeg andere dingen om me druk over te maken: het herstel van mijn neusoperatie -acht dagen in het ziekenhuis leverden mij een flinke verkoudheid en aansluitend de mazelen(!) op- ik moest evengoed aan het werk voor Spoorloos, had nog vier schilderijen te maken voor een expositie in mei en voelde me dankzij mazelen en een berg antibiotica vooral een hele zieke kip.

Ad meldde zo eind maart dat Anneke en haar vriendin toch niet gingen komen. Ik haalde opgelucht adem: lucht in de agenda! Daar kwam bij dat het voorjaar toch ook al niet zo wilde vlotten: het bleef in de ochtend tegen het vriespunt en overdag werd het amper warmer dan tien graden. Wie wel eens bij ons is geweest weet dat we in een piepklein huisje wonen zonder extra kamer, dat de enige mogelijkheid om bij ons te logeren tijdens het koude seizoen mijn atelier in de tuin is, wat op dat moment vol stond met half afgemaakte, nog natte schilderijen en vol hing met terpentinedampen. Niet echt gezond, zeg maar.

Ad meldde half april dat ze tóch zouden komen. Paniek! Heel die ruime agenda werd weer voor de helft gevuld, het huis stond nog op de kop, mijn voorjaarsschoonmaak voor orthodox Pasen (hier op 24 en 25 april) moest nog beginnen en bovendien sneeuwde het zelfs de dag dat de meest recente boodschap binnenkwam. Met in ons achterhoofd dat (IJslandse) paardenmeisjes doorgaans toch geen pieperds zijn, kwamen we op het idee om onze vouwwagen in de tuin te plaatsen. Minder warm dan een caravan, maar warmer dan een tent. Daarbinnen stapelde ik dekens en dekbedden op die allemaal van de wol van ons eigen schapen zijn gemaakt en waaronder zelfs een drenkeling die is opgevist uit de IJszee nog weer opwarmt. Als kers op de appelmoes een flesje huisgestookte pruimenjenever met twee kleine glaasjes op tafel. Wie het dan niet warm krijgt?

Na een flinke vertraging op Eindhoven kwamen Anneke en haar vriendin Lana dan aan op Cluj Napoca, waar Ad ze ophaalde. De rest is geschiedenis. Wat hebben we mooie dagen gehad, niet alleen met elkaar, maar zeker ook doordat het weer elke dag beter werd en de temperaturen eindelijk een fikse stijgende lijn lieten zien. De nachten in de vouwwagen onder onze schapenwollen dekbedden en dekens bleken heerlijk warm en comfortabel, overdag konden we zelfs met zijn allen in de zon zitten. Ik zei voor de grap dat ze de zon hadden meegebracht, wat ook zo was, beiden goedgemutst en met een glimlach van oor tot oor. ’s Avonds op de veranda eten, praten over paarden, filmpjes laten zien van paarden, samen onze paarden bekijken, de moeder van Assa, het land van Assa, de familie van Assa. Rijden konden we niet: we hebben drie rijpaarden en de meisjes staan drachtig in de wei. Maar ook dat was gauw opgelost: samen met Ad gingen ze een prachtige rit maken op de IJslanders van Izlandi Lovak (zie mijn bijdrage van juni vorig jaar) en de laatste avond voor vertrek stuurden ze ons deze foto van een rit op grote paarden boven Cluj Napoca. 

Ik heb vaker in mijn schrijfsels voor IJslandse verenigingen benadrukt hoe gezegend je bent als er in je directe nabijheid een club is. Een club van liefhebbers waarmee je je passie kunt delen. Het is een groot goed dat ik niet genoeg kan benadrukken en wat ik ook na de vier dagen met Anneke en Lana weer heel goed weet: plezier wordt groter als je het deelt. Ze vonden het zo leuk in Roemenië dat ze in de herfst weer terug willen komen. En dan gaan we ook hier rijden en ook samen bij Lovak en samen in Cluj. Ergens naar uitkijken doet een mens goed. Ik doe ondertussen mijn best op mijn energiepeil weer omhoog te brengen. Bijna zestig jaar oud en alsnog de mazelen krijgen; het moet niet gekker worden!

Waar ben je
naar opzoek?