Blog

Watersnood

We wonen prachtig. Onze IJslanders lopen in de semi-wildernis aan de rand van het dorp, in een uitgestrekte vallei die straks weer vol zal staan met bloemen en kruiden. Van zomereczeem geen spoor meer, zelfs niet bij onze merrie Liperta die in Nederland de gehele zomer in haar mugjespyama moest doorbrengen. Dwars door die vallei loopt een idyllisch watertje waar de paarden drinken en niet alleen zij. In het kleine, maar fraaie bos dat halverwege het dal staat, leven ook reeën. Tussen de beide ‘baltes’ in, de beide waterpoelen die in de zomer een massa kwakende kikkers huisvest. Ons huisje is in al die weelderigheid een blauw kersje op een groene taart, helemaal snoepig met de authentieke Roemeense houten ‘sopru’, schuur, compleet met antieke melkemmer en gereedschappen van ooit. De collectie antieke hoefijzers maakt het af. Vergeet niet de zonnige gele zomerkeuken, die lijkt op een Hans en Grietje-koekhuisje en die, zodra het kan, weer opgetuigd wordt met fleurige rode geraniums. Daarachter de fruitboomgaard met kersen-, appel- en perenbomen en de druiven, niet te vergeten, onder wiens blad je in de zomer zo heerlijk kunt luieren in het buitenbad.

Zo. Wat een prachtig beeld. Denk je vast. Haast te mooi om waar te zijn. Ha! Dat ís het ook. Want achter dit romantische beeld schuilt een groot probleem dat ons al jaren achtervolgt: er is geen water. Er is geen waterleiding in dit dorp, geen riolering, er is geen geld bij de overheid. Want Roemenië is zes keer zo groot als Nederland en het buitengebied enorm. Geen waterleiding, geen riolering, ook vaak nog geen gas, zeker in de noordelijke streken die schaars bewoond zijn. Ad en ik zijn al jaren bezig om via de gemeenteraad, de provincie en zelfs internationale waterprojecten, aandacht te vragen voor het watergebrek. Niet eens voor ons persoonlijk. Wij hebben een terreinwagen, een kuubvat op een kar en halen desnoods water bij de zuivering, drie kilometer verderop. No big deal. We vragen aandacht voor de overwegend oudere bevolking van ons dorp en de gezinnen zonder terreinwagen met kar en vat.  Die bij lange na niet zo mondig zijn als wij, Nederlanders. Maar we vragen tevergeefs. 

Was er nooit water in Oarba? Jawel. In de waterputten, op te halen met een emmertje. En de rivier stroomt vlakbij, heel vroeger haalden de mensen daar hun drinkwater vandaan. Maar er is veel droogte geweest, de afgelopen jaren. En die droogte houdt soms zo lang aan dat zelfs de beide drinkplaatsen in de wei droogvallen. Daar sta je dan met je twintig paarden. Gelukkig mogen we dan onze vrienden van de brandweer bellen. Die komen dan met de brandweerwagen en laten hem leeglopen in de drinkplaats in de wei.

Het is december 2020. We hebben wel water in de wei, maar thuis is het op. Alweer. En omdat het vriest, komt de waterwagen niet. Dat is een grote tankwagen gevuld met drinkwater die in opdracht van de gemeente bij de mensen de put of klaargezette kuubvaten komt vullen. Maar het vriest en dan komt ‘ie niet, omdat de kranen aan de wagen dan bevriezen. Ik ben het zo zat dat ik de landelijke televisie bel. ‘Elke dag roept de overheid dat ik zoveel mogelijk mijn handen moet wassen (ja, ook hier corona), maar mag ik dan weten waarmee?!’

Onze hartenkreet heeft succes. Meer dan! Er komt een televisieploeg vanuit Mureş, de regionale afdeling van de NOS, zeg maar. Ze komen ons filmen, we vertellen met verve waarom dat we wanhopig worden, dat schoon drinkwater toch een eerste levensbehoefte is voor de mens en helemaal als je ook nog paarden hebt, net als voor de mensen in het dorp het ook moeilijk is, zeker als ze ook nog schapen en koeien hebben en dat hebben ze. Reportagemaakster Violeta is ondertussen met iets heel anders bezig. Ik ben vakgenoot en ik begrijp het, maar nu komt het me niet uit. Daar heeft Violeta maling aan. Trefwoorden: Nederlanders, IJslandse paarden, paardenfokker Ad, worldwide exporteur van Roemeense handgemaakte snaarinstrumenten en zij is televisievrouw en schrijfster van boeken. Die reportage over het water komt er, maar ze maakt meteen een tweede. En dan is het hek van de dam.

We worden gebeld door omroep Antena, omroep Radio Romania, Kanal D, allemaal landelijke zenders en allemaal willen ze afspraken maken voor interviews, waarbij de focus steeds verder verschuift van het water naar ons leven in het algemeen. Kanal D reist af vanuit de hoofdstad Boekarest en trekt zelfs een hele dag voor ons uit, dat past alleen op mijn verjaardag dus dat moet dan maar. Ze staan wel met een grote bos bloemen aan de poort. Interviewer Daniel is een erg leuke jonge man, nieuwsgierig en erg enthousiast. Hij weet niet wat hij ziet. Welk een idylle! Hij vergelijkt de sfeer van ons stulpje met die van de oude hippieplaats Vama Veche aan de Zwarte Zee en dan zijn er ook nog schaapjes, paarden, vijf honden die over elkaar heen buitelen. En dan wij nog, een man met een cowboyhoed en een vrouw in een tuinbroek en grote rubberlaarzen. ‘Jullie zijn een droompaar op een droomplek’, verzucht hij met glazige ogen. De paarden zijn voor hem de kers op de taart. Een groot deel van het interview moet daar plaats vinden, terwijl we ze aaien, vertroetelen, misschien een wortel kunnen geven, of het mogelijk is om er op te gaan zitten? Onze IJslanders staan smerig in de opdooiende blubber aan het voerhek en smullen onverstoorbaar van hun ontbijt. Achteraf had ik toch liever een borstel erover gehaald. Ergens op de dag proberen Ad en ik het nog te hebben over het watergebrek. Maar ach, we weten dan al beter. 

Sinds december zijn we drie maanden verder. We zijn overal op TV/radio geweest, de reportage van Kanal D komt zelfs nog, ze zijn nog wat foto’s aan het inmonteren van ons met de paarden en er moet ook nog een stukje uit ‘Spoorloos’ in, want dat doe ik immers ook nog. Over ons waterprobleem heeft niemand het meer. Maar onze IJslanders zijn wereldberoemd

Waar ben je
naar opzoek?