Het lijkt wel een soap.
Wat vooraf ging: vrouw werkt voor KRO-programma Spoorloos in Roemenië, reist door Transsylvanië op zoek naar een moedertje, vindt geen moedertje maar wel een bont paard, alleen op een melkveehouderij. Paard is te koop, zegt de boer. Paard is vooral eenzaam, zegt de vrouw. Moeder Natuur grijpt in en levert nog diezelfde nacht volkomen onverwacht een prachtig veulentje af met de naam Luna, Roemeens voor ‘maan’. Paard is niet meer eenzaam, maar veulentjes hebben vriendjes nodig. Vrouw biedt aan paard Lisa met veulen Luna naar huis te halen, waar andere paarden én veulentjes zijn.
Je denkt: dit stevent af op een happy end.
Maar die andere paarden zijn IJslanders.
Dus nee, natuurlijk niet.
We herinneren ons Herman, God hebben zijn ziel. Nee, hij heeft het leven er niet bij gelaten, dat was pas veel later. Maar de Fjord ging Lisa en Luna voor. Je moet het je zo voorstellen: een kudde IJslanders van toen pakweg 12 stuks op een oppervlakte van ruim 9 hectare. Ruimte zat, denk je. Daar kan moeiteloos een paard bij in. Dus toen een vriendin in Transsylvanië haar in Nederland achtergebleven Fjord wilde ophalen was het aanbod gauw gedaan. Natuurlijk was Herman welkom, een jonge Fjord, geruind, in de kracht van zijn leven. Een noordelijk typje in de kop, goed passend bij onze koele kikker-IJslanders. Dachten wij.
Daar dachten zij zelf heel anders over. Vooral de merries waren a pain in the ass, vergeef me de uitdrukking. Met in het kielzog de Hera-zoon Piltur die ook zonder ballen vindt dat hij in charge is, waar het ook over gaat. De eveneens ‘geholpen’ Herman was in tien minuten het hele land door geweest en dwars door de draden eruit geschopt. ‘Maar jullie zijn toch allemaal paarden?’ riep ik wanhopig. Dat was een vergissing. Je hebt IJslanders en andere paarden. Zo helder is het. Voor hen.
Uiteindelijk kreeg Herman een prima plekje tussen de jonge hengsten. Die hadden tenminste een beetje ontzag voor hem. Daar heeft hij twee jaar heerlijk tussen gelopen, totdat hij wegging om zadelmak te worden gemaakt en uiteindelijk te verhuizen naar een nieuwe baas. In de grote weide heeft hij niet meer gelopen. (Ik verbeeld mij dat hij zelfs vermeed om die kant op te kijken.)
Nu was er Lisa. En Luna. Roemeense paarden. Hoezeer je ook graag wilt dat het elkaar allemaal accepteert en door elkaar als gelijkwaardig wordt beschouwd: het is niet waar. Maar wie niet sterk is, moet slim zijn. Luna en Lisa werden op één van de eerste zomerdagen van 2020 bij ons gebracht. Onze merrie Veveriţa had op dat moment een prachtig veulen aan de voet, bijna drie maanden oud, net als Luna. We zetten haar met haar veulen in een aparte wei, samen met vriendin Ofelia. Die zelf geen baby had, maar de ideale tante was. In die wei introduceerden we Luna en Lisa. Want samen een kind hebben, dat schept een band. Hoopten we.
En zo was het ook. Het werkte. Er gingen vier dagen overheen, maar het gebeurde wel. Eerst stonden beide moeders op grote afstand van elkaar quasi nonchalant te grazen, terwijl de veulentjes met ogen op steeltjes naar elkaar stonden te koekeloeren. Ook tante Ofélia werd met argusogen bekeken. Maar elke dag werd de afstand kleiner. Uiteindelijk speelden de beide veulens met elkaar, gingen samen op verkenning, lagen samen te slapen in het hoge gras. Niks onderscheid, niks ‘anders zijn’. Gewoon twee paardjes. Onze opzet was gelukt.
Onze volgende stap was ‘verdeel en heers’. Want uiteindelijk wilden we toch wel heel graag de merries met veulens in de grote wei hebben waar ook de andere paarden liepen. Het Herman-hoofdstuk nog vers in het geheugen hadden we een alternatief plan bedacht: het is beter dat er vijf vreemde paarden in de groep komen dan één alleen: het is slecht jagen op meerdere prooien tegelijk. Nadat Lisa, Luna, Veveriţa, Hjörtur en Ofélia bijna anderhalve maand afzonderlijk hadden gestaan, brachten we ze op een dag terug in de grote groep. Voor Lisa en Luna was het een nieuwe wei, dus we brachten de paarden aan het halster door de hele wei naar het eind, waar de kudde van pakweg tien paarden stond te grazen. Toen ze elkaar in de smiezen kregen gingen de halsters af en maakten we ons uit de voeten.
Het ging fantastisch. De kudde kent toch altijd een leider (meestal Hera-zoon Piltur, bij zijn afwezigheid Hera-dochter Lipertá) maar ook leiders kunnen maar één kant op en niet achter vijf paarden tegelijk aan. Want al waren Veveriţa, veulen Hjörtur en Ofélia ook IJslanders; na zes weken waren ook zij een buitenbeentje. De groep splitste zich op in twee, drie groepjes, overwegend op basis van leeftijd. De jonge merrietjes hadden het vooral op Luna en Lisa voorzien. Het was heel even spannend toen Lisa en haar veulen uit elkaar gejaagd werden, maar al rap vond Luna haar moeder terug en nog geen vijf minuten later was de kou al uit de lucht. Nog tien minuten later stond iedereen met de snuit in het gras. Game over. We wachtten nog even voor de zekerheid. Gingen een half uur later weer kijken. Maar de operatie was in alle opzichten geslaagd.
Uiteindelijk was het dus toch een happy end.
Ware het niet dat het echte leven anders gaat en er gelukkig ook nog geen end in zicht is.
Hoe gaat het verder met cowboypaard Lisa? En met baby Luna? En hoe liep het eigenlijk af met de zoektocht naar het Roemeense moedertje?
Kijk voor dat laatste morgenavond om 21.15 uur naar het KRO-programma ‘Spoorloos’ op NPO 1. Gemist? Wellicht wordt deze uitzending ook herhaald.