Door onze gastgblogger Janneke Vos.
Gisteren vierden mijn man Ad en ik onze trouwdag. Achttien jaar geleden trouwden we met elkaar op de heide achter onze boerderij aan het Drentse Geeserveld. Het was een prachtige, zonnige dag, met in de namiddag voortdurend dreigende onweersluchten. Maar het bleef droog. Ik zeg vaak voor de grap dat het een teken aan de wand was voor de jaren die zouden volgen. Stormachtig, zeker na onze emigratie naar Roemenië, waar we de afgelopen veertien jaren heel wat ups en downs hebben meegemaakt. ‘Never a dull moment’ verzuchtte mijn vriendin en getuige Ineke Flik destijds. Dat had ze goed gezien.
Ik leerde Ineke en haar man Fiebko kennen via een gezamenlijke vriend en mijn collega: de fotograaf van de lokale krant. Ineke was een paardenvrouw in hart en nieren. Ze had er op dat moment, ergens halverwege de jaren tachtig, maar één: een Fjord. Ik had geen paard, want dat was met mijn baan in de journalistiek onmogelijk. Ik reed in mijn vrije tijd bij het onvolprezen Knollegruun in het Drentse Schoonloo en bij Emiel Voest op Terschelling. Grote paarden. Ineke en ik waren oorspronkelijk van de grote paarden. We kregen een brochure in handen van Pferd und Reiter en ons oog viel op IJsland. Dat leek ons beiden een geweldige vakantiebestemming. Te paard, natuurlijk. En kijk eens, er waren ook nog IJslandse paarden. Daar hadden we eigenlijk nog nooit van gehoord. Tölten, dat moest je natuurlijk vooraf leren. Voor ons huiswerk gingen we naar Jur en Heleen op Terschelling (Frà Músarrindill) en naar Punktur van Anne en Elselien bij De Punt. Wat hebben we ongelooflijk veel voorpret gehad op die snelle kleine, maar toch ook grote, weelderig behangen stoere pony’s die IJslandse paarden bleken te zijn. En toen moest de grote reis nog komen!
Achteraf bezien is die reis een keerpunt in ons leven geweest. In dat van Ineke, die prompt overschakelde op IJslandse paarden en zelfs haar man Fiebko uiteindelijk in het zadel kreeg. Maar zeker ook in mijn leven. Want eenmaal terug in Nederland bood Ineke mij stalling aan op hun boerderij voor een paard. En een IJslands paard was wél te combineren met mijn drukke baan. En zo kwam in de laatste maand van 1999 mijn eigenste Grimsey frà Músarrindill naar Tripscompagnie, naar de boerderij van Ineke en Fiebko. Ineke kocht Tindra. De schimmel (Tindra) en de muis (Grimsey) waren vanaf dat moment onafscheidelijk onderweg langs het Tripscompagniester diep, samen met Ineke en mij, ratelend over het asfalt, de eerste IJslanders in de regio.
We werden natuurlijk lid van de club. De IJsland Rijders Noord. De Kerstrit van de IJsland Rijders Noord zou worden gehouden in Noordlaren. Vanaf onze stal was dat een afstand van 25 kilometer. Dat moest te paard, natuurlijk. En zo vertrokken we de dag ervoor in alle vroegte op onze Grimsey en Tindra vanaf het erf in Tripscompagnie. Het liep uiteraard tegen Kerst, het was bitter koud en we hadden de wind tegen. Maar in de binnenzak hadden we flesjes Jägermeister waar we op gezette tijden een flinke slok van namen. Toeter en bevroren kwamen we aan bij Heidar Hafdal en Elisabeth Floor in Noordlaren, onze paarden nuchter en onverminderd ijverig. Wat een geweldig feest was die fantastische rit en toen moest de Kerstrit de volgende dag nog komen!
Die eerste Kerstrit in 1999 ontmoette ik mijn huidige man, Ad de Groot. Ook hij was met zijn IJslandse merrie Hera naar de Kerstrit gekomen. De rest is geschiedenis. Op 30 augustus 2002 trouwden we met elkaar op de heide van het Geeserveld, begeleid door een escorte van leden van de IJslander Rijders Noord, onder wie Stef van der Meulen, Jody van Homoet, Ingrid Weijers en Vanda Oosterhuis. Vanda reed op mijn Grimsey, Jody op Ad’s Hera. Na de trouwplechtigheid op de heide reden Ad en ik samen op onze paarden terug naar onze boerderij. Vooral de foto van mijn immens hoge hakken in de stijgbeugels vinden we nog altijd hilarisch.
Achttien jaren zijn voorbijgegaan en het was een eeuwigheid en een ogenblik. Tindra en Grimsey leven nog, mijn maatje Ineke niet, evenmin haar man Fiebko. Bladerend in het trouwalbum zijn er zoveel meer gezichten die er om allerlei redenen niet meer zijn. Maar wat hebben we veel mooie avonturen beleefd, om maar aan te haken bij mijn eerste column in deze serie. Avonturen die begonnen met een Perd und Reiterboekje, een fantasie, een plan, een reis, mijn hele leven, een prachtig verhaal om te vertellen. Dat doe ik dan ook graag. En in alles, vrijwel alles, speelt hij een al dan niet bescheiden rol: het IJslandse paard.
